donderdag 31 januari 2008

Gaza waarheen? Vragen en antwoorden inzake de Palestijnse kwestie

















Een Palestijnse vrouw huilt om verwoeste huis in Gaza (Foto: NRC)


Gaza waarheen? Voor een vredesgeografie
Door Ilan Pappé

De Gazastrook bedraagt een klein beetje meer dan 2% van Palestina. Dat kleine detail wordt nooit vermeld telkens de Strip in het nieuws komt. Het werd ook niet vermeld in de westerse media verslaggeving omtrent de dramatische gebeurtenissen in Gaza van de laatste weken.Het gaat inderdaad om zo'n klein deel van het land dat het in het verleden nooit bestaan heeft als een aparte regio. Gaza's geschiedenis vóór de zionisering van Palestina was niet uniek maar was altijd bestuurlijk en politiek verbonden met de rest van Palestina.

Tot 1948 vormde Gaza in alle opzichten een integraal en natuurlijk deel van het land. Als één van Palestina's voornaamste land- en zeepoorten op de wereld, had het de tendens een meer soepele en kosmopolitische levenswijze te ontwikkelen - vergelijkbaar met andere doorgangssamenlevingen in de oostelijke Middellandse Zee in de moderne periode. Die lokatie nabij de zee en op de Via Maris [zeeweg] naar Egypte en Libanon bracht voorspoed en stabiliteit met zich, tot dit leven onderbroken werd en zo goed als vernietigd werd door de Israëlische ethnic cleansing van Palestina in 1948.

Tussen 1948 en 1967 werd Gaza een kolossaal vluchtelingenkamp, onderworpen aan strenge restricties door de respectievelijk Israëlische en Egyptische politiek: beide staten stelden een verbod in op alle personenverkeer vanuit de strook. De levensvoorwaarden waren er toen al hard aangezien de slachtoffers van de Israëlische onteigeningspolitiek in 1948 het aantal inwoners verdubbelden dat er sedert eeuwen leefde. Op de vooravond van de Israëlische bezetting in 1967 was de rampzalige aard van deze afgedwongen demografische transformatie over de hele Gazastrook evident. In twintig jaar werd dit eens zo pastorale kustdeel van zuidelijk Palestina één van 's werelds dichtst bevolkte gebieden ter wereld - zonder enige adequate economische infrastructuur ter ondersteuning.

Tijdens de eerste twintig jaren van Israëlische bezetting was er ten minste enige verplaatsing mogelijk vanuit dit gebied, dat in de jaren 1948 tot 1967 was afgesloten geweest als een oorlogszone. Tienduizenden Palestijnen kregen de toelating om zich als ongeschoolde en onderbetaalde arbeiders aan te bieden op de Israëlische arbeidsmarkt. De prijs die Israël eiste voor deze slavenmarkt was dat werd afgezien van elke nationale strijd of agenda. Toen daaraan niet werd voldaan, werd het 'geschenk' van de arbeiderspendel ingetrokken en afgeschaft. Al die jaren leidend naar het Oslo akkoord in 1993 werden gemarkeerd door een poging van Israël om de Gazastrook tot een enclave te maken. Terwijl het Vredeskamp hoopte dat ze ofwel autonoom zou zijn ofwel een deel van Egypte, wenste het nationalistische kamp ze op te nemen in het Grote Eretz Israël waarvan ze droomden in de plaats van Palestina.

De Oslo overeenkomst gaf de Israëli's de mogelijkheid om het statuut van de strook te herbevestigen als een afzonderlijke geopolitieke entiteit - niet enkel buiten Palestina in z'n geheel, maar ook afgesneden van de West Bank. Ogenschijnlijk stonden zowel de Gazastrook als de West Bank onder het gezag van de Palestijnse Autoriteit maar elk personenverkeer tussen beide was afhankelijk van Israëls goodwill - een Israëlische karaktertrek die nogal zeldzaam is en die bijna volledig verdween toen Benjamin Netanyahu aan de macht kwam in 1996. Israël hield bovendien, zoals het vandaag nog altijd doet, het water en de electriciteitsinfrastructuur in handen.

Sedert 1993 maakte het van die controle gebruik, of beter: misbruik, om enerzijds het welzijn te verzekeren van de joodse kolonistengemeenschap aldaar en anderzijds de Palestijnse bevolking via chantage tot onderwerping en overgave te dwingen. Voor de bevolking van de Gazastrook, bijgevolg, was het tijdens de laatste 60 jaar schommelen tussen een toestand van geïnterneerden, gijzelaars of gevangenen, in een onmogelijke menselijke ruimte.

Het is binnen deze historische context dat we het geweld moeten zien dat vandaag woedt in Gaza, en beschrijvingen moeten afwijzen van de gebeurtenissen daar als: een campagne in de "oorlog tegen het terrorisme", een geval van Islamitische heropleving, een verder bewijs van de expansie van al-Qaeda, een Iraanse ondermijningsoperatie in dit deel van de wereld, of een volgend strijdtoneel in de gevreesde Botsing der Beschavingen (ik pikte hier slechts enkele van de vele en frequente adjectieven uit die in de westerse media gebruikt worden om de huidige crisis in Gaza te beschrijven).

De wortels van de mini burgeroorlog in Gaza liggen elders. De recente geschiedenis van de Gazastrook, 60 jaren van onteigening, bezetting en opsluiting hadden intern geweld zoals we vandaag ervaren als hun onvermijdelijk product, net zoals ze andere onplezierige trekken produceerden van een leven geleefd onder zulke onmogelijke omstandigheden. Eigenlijk, om eerlijk te zijn, moeten we zeggen dat het geweld, en in het bijzonder het interne geweld, heel wat minder is dan men zou mogen verwachten, gegeven de economische en sociale voorwaarden die tijdens de laatste zes jaar geschapen werden door de genocidaire Israëlische politiek.

Een machtsstrijd tussen politici die gesteund worden door gewapende eenheden, is inderdaad een kwalijke zaak; zij maakt de samenleving in haar geheel tot slachtoffer. Wat zich afspeelt in Gaza, is voor een deel een dergelijke strijd tussen politici die democratisch werden verkozen en diegenen die het er nog altijd lastig mee hebben het verdict van het kiezerspubliek te aanvaarden. Maar dat is verre van de voornaamste strijd die er gevoerd wordt. Wat zich in Gaza voor onze ogen ontvouwd, is de confrontatie tussen Amerika's en Israëls lokale stromannen - de meesten ervan zijn dat onbedoeld maar desalniettemin dansen zij naar de pijpen van Israël - en degenen die zich ertegen verzetten.
De oppositie, die nu Gaza overnam, deed dat helaas op een wijze die men moeilijk kan goedpraten of toejuichen. Wat zorgwekkend is, is niet Hamas' visie op Palestina, maar veeleer de middelen die gekozen werden om dat te bereiken. Ter hunner verdediging moet openlijk gezegd worden dat de middelen die door Hamas gebruikt werden, deel uitmaken van een arsenaal dat hen in het verleden in staat stelde de enige actieve kracht te zijn die ten minste poogde de volledige vernietiging van Palestina een halt toe te roepen; maar de wijze waarop het nu gebruikt is, is minder geloofwaardig en hopelijk van tijdelijke aard.

We kunnen echter niet de middelen veroordelen als we geen alternatief bieden. En er met gekruiste armen bijstaan, terwijl Amerikanen en Israëli's de Gazastrook aan het wurgen zijn, de helft van de West Bank aan het zuiveren zijn van z'n oorspronkelijke bewoners en de rest van de Palestijnen - binnen Israël zowel als in andere delen van de West Bank - bedreigen met hun transfer, dat is geen optie. Het komt overeen met het stilzwijgen van "fatsoenlijke" mensen gedurende de Holocaust.

We mogen het daarom niet beu worden het alternatief te vermelden in deze 21ste eeuw: namelijk BDS: Boycot, Desinvestering en Sancties, als een noodmaatregel - heel wat doeltreffender en veel minder gewelddadig -, bij het verzet tegen de huidige vernietiging van Palestina. En tegelijkertijd op een open, overtuigende en doeltreffende wijze te praten over het scheppen van een geografie van de vrede. Een geografie waarin abnormale fenomenen zoals het gevangen houden van een portie van het land zouden verdwijnen.

In de visie die we naar voren moeten schuiven, zal er geen gevangeniskamp meer zijn met de naam Gazastrook, waar sommige gewapende gevangenen gemakkelijk tegen elkaar opgezet worden door een harteloze cipier. In plaats daarvan zou dat gebied terug een organisch deel worden van een oostelijk-mediterraan land dat altijd het beste van zichzelf heeft gegeven als een ontmoetingsplaats tussen Oost en West.Nooit eerder was, in het licht van de Gazatragedie, de tweevoudige strategie van BDS en een éénstaatoplossing zo duidelijk als het enige progressieve alternatief.


Al wie onder ons lid is van Palestijnse solidariteitsbewegingen, Arabisch-Joodse dialoogkringen of deelneemt aan de inspanningen van de civiele samenleving om vrede en verzoening te brengen in Palestina: nù is de tijd gekomen om alle valse strategieën van coëxistentie, 'road maps' en twee-statenoplossingen terzijde te schuiven. Ze waren, en zijn het nog altijd, aangename muziek in de oren van het Israëlisch afbraakteam dat wat nog overblijft van Palestina dreigt te vernietigen. Wees vooral op je hoede voor de dieetzionisten of salonzionisten, die recentelijk, in Groot-Brittanië en elders, de campagne vervoegd hebben tégen de boycot. Zoals bv. die verlichte betweters die gebruik maakten van progressieve persorganen in het Verenigd Koninkrijk, zoals The Guardian, om ons in het lang en het breed uit te leggen hoe gevaarlijk de voorgestelde academische boycot van Israël wel is. Ze hebben nooit zoveel tijd, energie of woorden besteed aan de bezetting zelf als ze gebruikten in dienst van de etnische zuivering van Palestina.


UNISON, de grote Britse vakbond van de openbare diensten mag zich niet laten afschrikken door deze negatieve reactie, maar het moet die moedige academici volgen die het debat over de boycot ondersteunden - zoals geheel Europa dat zou moeten doen: niet enkel ter wille van Palestina en Israël, maar ook indien Europa wenst het Holocausthoofdstuk in haar geschiedenis tot een afsluiting te brengen.

Tenslotte nog iets om over na te denken. Er leven nogal wat joodse moeders en vrouwen in de Gazastrook - sommige bronnen in Gaza spreken van 2000 -, getrouwd met Palestijnen van ter plaats en ouders van hun kinderen. Nog veel meer joodse vrouwen zijn er die Palestijnen huwden op het Palestijnse platteland. Het is een daad van desegregatie die voor beide politieke elites moeilijk te aanvaarden, verteren of erkennen valt. Indien dus ondanks de kolonisatie, de bezetting, de genocidaire politiek en onteigening zulke gevallen van harmonie van liefde en affectie nu al mogelijk waren, beeld je dan eens in wat zou gebeuren indien deze misdadige politiek en ideologieën zouden verdwijnen.
Indien de Muur van de Apartheid verwijderd is en de elektrische hekkens van het zionisme verdwenen zijn, zal Gaza eens te meer een symbool worden van Fernand Braudels mediterrane kustsamenleving, bij machte om uiteenlopende culturele horizonten met elkaar te fuseren en hen een ruimte te bieden voor een nieuw leven, in plaats van de oorlogszone die het geworden is in de laatste zestig jaar.

Ilan Pappe is docent aan de Universiteit van Haifa, Department of Politieke Wetenschap and Leerstoel van het Emil Touma Institute for Palestinian Studies in Haifa. Onder zijn boeken vinden we o.m.: The Making of the Arab-Israeli Conflict (London and New York 1992), The Israel/Palestine Question (London and New York 1999), A History of Modern Palestine (Cambridge 2003), The Modern Middle East (London and New York 2005) en zijn laatste, Ethnic Cleansing of Palestine (2006).

Vertaling: Herman De Ley

(bron: http://users.skynet.be/bk291253/documentatie/artikels/2007-06-18.htm)


Vragen en antwoorden inzake de Palestijnse kwestie














V. Is het waar, dat Neturei Karta Internationaal de Palestijnse souvereiniteit over het gehele heilige land bepleit?


A. Ons antwoord is ondubbelzinnig, Ja! Dit antwoord verdient echter een nadere toelichting. Wij zijn een anti-zionistische organisatie. Ons probleem met het zionisme omvat vele terreinen. Ten eerste, volgens de joodse wetten is het verboden een staat in Palestina op te richten. Het ontkent immers de goddelijke straf die tot ballingschap van het joodse volk heeft geleid en in letterlijke zin betekent het dat men een spirituele staat op wereldlijke wijze tracht te realiseren. Ten tweede heeft die staat alles gedaan om het traditionele joodse geloof te ontwortelen. Ten derde heeft zij een ernstig moreel kwaad aangericht ten opzichte van het Palestijnse volk.

V.Waar staat u voor?

A. We vragen compromieloos, een ontmanteling op vredelievende wijze van de staat Israel. Het zal dan geheel aan de beslissing van het Palestijnse volk en zijn leiders liggen hoeveel joden er dan nog zullen mogen verblijven als dit proces totstand komt.

V. Bent u niet bang, voor wat dit zou kunnen betekenen voor de joden die er nu leven?


A. Eerlijk gezegd maken wij ons meer zorgen over de joden in de huidige hopenloze situatie. Na 53 jaar, vijf oorlogen, eindeloze terreur en contra terreur met onschuldige burgerslachtoffers aan beide zijden is er geen oplossing te verwachten. Zowel linkse als rechtse Israelies hebben verschrikkelijk gefaald om deze situatie te verbeteren.Wij dragen een alternatief aan voor dit werkelijk tragische experiment.

V. Maar verdienen joden dan geen thuisland?

A. Geen Torah getrouwe jood heeft tijdens de 1900 jaar durende ballingschap erin geloofd dat wij door middel van militaire middelen het land zouden kunnen herkrijgen. In tegendeel, zij geloofden dat aan het eind der tijden wanneer de Schepper er voor kiest de gehele mensheid te verlossen, alle volkeren Hem dan zullen aanbidden. Dit betekent geen onderwerping of afschrijven van volkeren. Het zal een tijd zijn van universele broederschap met het heilige land als spiritueelcentrum. Tot dan heeft het joodse volk een speciale taak in de diaspora.

V. Wat mag die dan wel zijn?

A. In geloof hun ballingschap aanvaarden. Door met woord en daad op rustige en niet opdringende wijze als morele en sprirituele wijze voorbeeldig te handelen. Kortom in algemene zin gericht te zijn op het dienen van G’d d.m.v. Torah studie, gebed en het stellen van goede daden.

V. Hoe ziet u het Palestijnse volk?

A. Zij zijn het slachtoffer geworden van zionistische bewegingen met hun morele verblindheid en hardnekkige weigering rekening te houden met het bestaan van andere volkeren. Het Palestijnse volk heeft recht op zijn vaderland en heeft het recht op financiele vergoeding voor de in de afgelopen decennia verloren geraakte eigendommen en berokkende schade.

V. Wat heeft u hiertoe kunnen bereiken?

A. Uit betrokkenheid met hun lijden hebben we regelmatig verklaringen afgelegd ten behoeve van de Palestijnse verlangens. We hebben deelgenomen aan de protesten van de Palestijnen tegen het hun aangedane leed. In algemene zin hebben we gepoogd publiekelijk aanwezig te zijn in de joodse en de islamitische wereld om ervoor te zorgen dat de eerbare joodse traditie, van het op de Torah gebaseerde anti-zionisme, behouden blijft.

V. Wat is uw mening over het vredesproces, de Oslo akkoorden en dergelijke pogingen?

A. Het zou een stap in de goede richting zijn en het zou iedere jood sieren en van zijn morele plicht getuigen als hij/zij het lijdende Palestijnse volk zou ondersteunen. We geloven echter, dat al de door u genoemde plannen, ofschoon wellicht goed bedoeld tot niets zullen leiden. Het is de joden immers verboden de politieke souvereiniteit over het heilige land uit te oefenen. Zij zijn ertoe geroepen de vrede met iedereen te zoeken. Metaphysisch is de zionistische onderneming tot een morele en praktische ondergang gedoemd.

V. Wat zou de joodse visie op de islamitische wereld moeten zijn?

A. Joden zijn ertoe geroepen om ethisch en eerlijk met alle mensen om te gaan. Dit is onze opdracht als een “koninkrijk van priesters en een heilige natie”. Het zionisme heeft vele joden aangezet tot daden van agressie tegen het Palestijnse volk. Daarom is het de taak van alle joden om uit alle kracht dit goed te maken door naar vrede, verzoening te zoeken en de dialoog aan te gaan met de Palestijnen en alle islamitische landen. Dit is een van de grootste spirituele uitdagingen aan het joodse volk om zodoende een goede verstandhouding met zijn islamitische broeders op te bouwen.

V. Heeft uw programma praktisch gesproken enige kans van slagen?

A. Ten eerste, De Schepper houdt de wereld in stand en bij Hem is alles mogelijk. Ten tweede, er is een enorm gevoel van desillusie en uitzichtloosheid in de joodse wereldgemeenschap aanwezig ter zake van de staat Israel en het zionisme in het algemeen. Velen realiseren zich, dat de zionistische pricipes de een na de ander tot niets leiden. Zij zien uit naar een andere oplossing. Onze oplossing, die simpelweg de oude traditie van de Torah vertolkt , wordt in toenemende mate door velen als juist ervaren en zal in niet te verre toekomst en met de hulp van de Schepper van hemel en aarde, die dag naderbij brengen waarvan we hopen en bidden dat er geen onschuldig bloed meer zal vloeien noch joods noch arabisch. We zien met een reikhalzend verlangen uit naar de dag waarop velen zich zullen realiseren dat de enig juiste weg naar vrede daarin te vinden is waar joodse mensen terugkeren naar hun opdracht in de diaspora, namelijk de ondeelbare dienst aan G’d en toegewijd zijn aan moraal, integriteit en eerlijkheid.






NETUREI KARTA is de naam van een groep orthodoxe joden die bereid zijn om openlijk uitdrukking te geven aan hun godsdienstige overtuiging en verzet tegen het zionisme en om van hun sympathie en solidariteit met het Palestijnse volk te getuigen in hun strijd tegen de zionistische onderdrukking. Website: www.nkusa.org

Voor een Powerpoint Presentatie over het Palestijns-Israelische conflict ga naar (in nieuwe pagina klikken op knop "Download File"):

IsraEBlischPalestijnsconflict-lichtereversie-deel1.ppt
IsraEBlischPalestijnsconflict-lichtereversie-deel2.ppt


OnthullendeuitsprakenvanIsraEBlischepolitici.ppt

woensdag 30 januari 2008

De Palestijnse kwestie, een historisch overzicht

















Bezoek van premier Ben Gourion aan de klaagmuur in Jeruzalem. In 1967 annexeert Israël het oostelijk gedeelte van de stad. (Foto archief)


De zionisten stichten hun beweging [1896]

Voor de Palestijnen begonnen de problemen meer dan honderd jaar geleden. In 1896 sticht de Oostenrijkse jood Theodor Herzl de zionistische beweging die "van Palestina een joodse staat wil maken en de oorspronkelijke bevolking ongemerkt over de grens wil drijven". Deze beweging structureert zich in regelmatig gehouden zionistische congressen.

In 1897 volgt het eerste Palestijnse protest. In Jeruzalem richten Palestijnse notabelen onder leiding van Muhammad Taher al Husseini een commissie op die de grondaankopen door joden moet proberen te verhinderen. De bevolking van Palestina is dan voor 98 procent Arabisch, joods grondbezit is zo goed als onbestaande.

In 1899 wordt in Londen de Jüdische Colonial Bank gesticht. Later verandert die haar naam in Jewish Colonial Trust. Ze fungeert als nationale bank voor de zionistische beweging en is nu nog altijd, onder de naam Bank Leumi Le-Yisraël, de nationale bank van Israël. In 1901 wordt in Bazel het Joods Nationaal Fonds (Keren Keyameth leYisrael) gesticht¸ en in 1920 het Opbouwfonds (Keren Hayesod). Het eerste specialiseert zich in aankopen van onroerend goed, het tweede in het financieren van infrastructuurwerken. Beide fondsen bestaan nog steeds en zijn actief zowel in Israël als in de Bezette Gebieden. Zij opereren enkel ten gunste van joden.

De Palestijnse reactie laat niet op zich wachten. De nationalisten stichten twee kranten die de Palestijnse nationale beweging op gang brengen: Al Karmal (1909) en Falastin (1911), en een Maatschappij ter Ontwikkeling van Arabisch Palestina (Shirkat al Iqtisad al Falastini al Arabi).

1917 is een belangrijk jaar. De Britten, die Palestina besturen als een mandaatgebied, engageren zich in een officiële verklaring, de Balfour Declaration, om de zionisten bij te staan in de uitbouw van een "joods nationaal tehuis" in Palestina. Vanaf 1920 zullen de joden Palestina koloniseren. Direct komt het Palestijns verzet op dreef. Op 1 mei 1921 breekt een grote revolte uit, zowel tegen het Britse bestuur als tegen de zionistische kolonisatie. In Haifa en Jaffa vinden grote gevechten plaats. Balans: 95 doden en 219 gewonden.


In 1929 proberen de joodse kolonisten een eerste maal om de heiligdommen rond de Al Aqsa-moskee in handen te krijgen. Er volgt een algemene revolte in Palestina en weer is de balans zwaar: 249 doden en 572 gewonden. De zionisten krijgen geen controle over de heiligdommen.

Het Palestijns verzet de kop ingedrukt [1939]

De gebeurtenissen van 1929 wakkeren de nationale beweging nog meer aan. Verscheidene nationalistische partijen zien het licht: de Onafhankelijkheidspartij (Hizb al Istiqlal), de Partij voor de Verdediging van het Palestijnse Vaderland (Hizb al Difa'a al Watani al Falastin) en de Partij van Palestijnse Arabieren (Hizb al Arabi al Falastini).

In 1936 roepen de Palestijnen een algemene staking uit tegen de kolonisatie. Het is de langste algemene staking uit de geschiedenis van de Palestijnse arbeidersbeweging. Ze duurt zes maand. Dan evolueert ze tot een guerilla-oorlog. De Palestijnen slagen erin heel het platteland onder hun controle te krijgen (op de joodse kolonies na) en veroveren de belangrijkste steden¸ waaronder Haifa, Jaffa en het oude stadsdeel van Jeruzalem. De strijd gaat niet alleen tegen de kolonisatie maar is ook sociaal. Zo lanceert men de slogan "het land voor wie het bewerkt, het huis voor wie erin woont".

De Britten voeren massaal troepen aan om de revolte neer te slaan en bewapenen de joodse kolonisten. Zo worden de grondvesten gelegd van het latere Israëlisch leger. Moshe Dayan en Yigal Allon, beiden later generaal en minister, krijgen dan hun militaire scholing.

De joodse kolonisten opereren als anti-guerilla eenheden. 's Nachts infiltreren zij in Palestijns gebied en bouwen er geprefabriceerde forten: een houten toren wordt omringd met een palissade en zo ontstaat een nieuwe kibboets (een joodse coöperatieve gemeenschap of kolonie). Tijdens de Palestijnse revolte worden op die manier 53 kibboetzim gesticht.


In 1939 bloedt de opstand dood. Er zijn 15.000 doden en gewonden gevallen. De onafhankelijkheidsoorlog van de Palestijnen is mislukt en de slagkracht van het Palestijns verzet is voor enkele decennia gebroken.

Een joodse staat, te vuur en te zwaard [1948]

De zionisten profiteren van de nederlaag van de Palestijnse opstand om de uitroeping van hun joodse staat voor te bereiden. Daarbij ontzien zij niets of niemand. Hun staatsopbouw gaat over lijken. In 1933 sluiten zij zelfs akkoorden af met de nazi's. Zij krijgen de toestemming om in Duitsland trainingskampen (Umschulungslager) te organiseren waarin Duitse joden worden klaargestoomd om naar Palestina te emigreren.

Via een economisch akkoord krijgen rijke Duitse joden de toelating hun kapitaal naar Palestina te transfereren. Zo wordt de basis gelegd van de latere joodse industrie in Palestina. Politieke bezwaren van niet-zionistische joden, toen nog veruit in de meerderheid, worden door de zionistische leider en later eerste premier van Israël, Ben Goerion, afgewimpeld met ondermeer deze uitspraak: "Als men mij voor de keuze plaatst en zegt dat ik alle kinderen in Duitsland kan redden door ze naar Engeland te laten vertrekken, of dat ik maar de helft kan redden door ze naar Palestina te laten komen, dan kies ik voor de tweede mogelijkheid." Deze uitspraak dateert van enkele dagen na Hitlers beruchte Kristallnacht. Toch werpen de zionisten zich na de Tweede Wereldoorlog op als morele erfgenamen van de joodse nazi-slachtoffers.


De massale immigratie van Europese joden die na de oorlog op gang komt doet de spanning tussen beide bevolkingsgroepen in Palestina verder stijgen. De Verenigde Naties gaan zich ermee bemoeien. In 1947 stellen zij voor om Palestina op te delen.


De joden vormen dan een derde van de bevolking en bezitten net geen 7 procent van de grond. Zij krijgen in het verdeelplan 60 procent van de grond toegewezen. Het verdeelplan wil drie gebieden creëren: een Arabische staat op slechts 40 procent van de grond en met een minderheid van 10.000 joden; een internationaal gebied rond Jeruzalem met een nipte Arabische meerderheid; en een joodse staat met een nipte joodse meerderheid. Tenminste officieel, want men is vergeten de Palestijnse bedoeïnen bij de rest van de Arabische bevolking op te tellen. Eigenlijk gaat het dus om een 'joodse' staat met de facto een Arabische meerderheid.


De Palestijnen verwerpen het plan als onrechtvaardig, de zionisten aanvaarden het in theorie, maar zullen tijdens de oorlog die in 1948 volgt een veel groter gebied veroveren dan was voorzien.


Zij roepen op 15 mei 1948 eenzijdig de onafhankelijkheid uit en verdrijven de overgrote meerderheid van de Palestijnen uit hun joodse staat. Die vormen tot vandaag de meer dan vier miljoen vluchtelingen in Jordanië, Libanon en elders. Bij wet wordt hen de terugkeer ontzegd, terwijl alle joden ter wereld worden opgeroepen om naar Israël 'terug te keren'.

Onder de vleugels van de VS [1967]

In de zesdaagse oorlog van 1967 verovert Israël, naast andere Arabische gebieden, de rest van Palestina, namelijk de Gazastrook en de Westelijke Jordaanoever. Een nieuwe golf Palestijnen wordt verdreven. Een nieuwe verzetsbeweging komt op gang en begint een guerilla tegen Israël. Dit zijn ondermeer Fatah, van Yasser Arafat, die ook de PLO gaat controleren, het Volksfront, het Democratische Front voor de Bevrijding van Palestina. Er zijn er in het totaal veertien.

Tijdens die juni-oorlog bewijst Israël dat het een belangrijke militaire macht is in het Midden-Oosten, en dit interesseert de Amerikanen. Van dan af wordt Israël samen met Iran, Turkije en Saudi-Arabië de belangrijkste bondgenoot van de Verenigde Staten.

Tussen 1967 en 1973 komt het tot een militaire alliantie en een economisch-militaire samenwerking onder Yitzak Rabin, toen Israëls ambassadeur in de VS. In 1969 lanceren de VS het plan-Rogers, een eerste poging om een Amerikaanse 'oplossing' voor het conflict door te drukken.

In 1970 wordt het Palestijns verzet tijdens de Zwarte September-maand door de Jordaanse koning Hoessein uitgemoord en naar Libanon verjaagd. De Verenigde Staten gaan zich nu permanent met de kwestie bemoeien. Wanneer Egypte tijdens de Oktober-oorlog van 1973 de Sinaï op Israël herovert, starten zij een groot diplomatiek offensief onder leiding van Henry Kisssinger. Die zorgt ervoor dat Egypte ook in het Amerikaanse kamp terecht komt.

De Palestijnen die in Israël zijn kunnen blijven, roeren zich voor het eerst massaal in 1976, als reactie op nieuwe grondonteigeningen en op de politieke, sociale en economische apartheid waarvan zij het slachtoffer zijn. Zij maken een vijfde uit van de Israëlische bevolking, in sommige gebieden, zoals centraal Galilea, vormen zij zelfs de meerderheid. De Palestijnen buiten Isräel steunen deze revolte.

De VS proberen in 1978 tijdens een top op Camp David, een buitenverblijf van de VS-president, een eerste 'vredesproces' op gang te brengen tussen de Isräelische premier Begin en de Egyptische president Sadat. De PLO is niet bij deze onderhandelingen betrokken. Zij lopen voor de Palestijnen op niets uit.




















De eerste intifada dwong Israël te onderhandelen over de akkoorden van Oslo. Maar die garanderen niet de Palestijnse soevereiniteit over een deel van bezet gebied zoals soms wel eens beweerd wordt maar enkel over personen. (Foto PLO)

De eerste intifada [1987]

Op 9 december 1987 breekt de intifada uit: de Bezette Gebieden komen massaal in opstand. Om de situatie onder controle te krijgen besluit Israël om toch met Yasser Arafat te onderhandelen. Het 'vredesproces' komt op gang. De eerste onderhandelingen vinden plaats in Madrid in 1991. Ze leiden in 1993 tot de ondertekening van het Oslo-akkoord, dat de Palestijnen een vorm van autonomie belooft in de Bezette Gebieden.

In 1995 wordt dan het Oslo II-akkoord ondertekend. De akkoorden voorzien niet in een Palestijnse soevereiniteit over een deel van Palestina, zoals meestal wordt gesuggereerd. De Palestijnse Autoriteit krijgt geen macht over de grond, het water, de wegen of de grenzen. Hij mag alleen autonomie uitoefenen over personen, namelijk een deel van de bevolking (niet de joodse kolonisten) in de bezette gebieden. Om zich te financieren mag hij beperkte belastingen heffen en om de akkoorden door te drukken mag hij een politiemacht uitbouwen.

De uitvoering van de Oslo-akkoorden wordt de facto op de lange baan geschoven. Er volgt veel overleg, het lijkt erop of het vredesproces een bezigheidstherapie is voor Yasser Arafat. Telkens hij met een Israëlische premier in een vliegtuig stapt, hebben de media het over een historische top. Maar als beide mannen enkele dagen later weer uit het vliegtuig stappen, noemen de journalisten het een gemiste kans.

Daarom worden de Oslo-akkoorden herzien en vervangen door de Wye-akkoorden van 1998 en 1999, genoemd naar Wye Plantation, nog een buiten-verblijf van de VS-president. Ook deze akkoorden worden maar met mondjesmaat toegepast. Daarom volgt nog maar eens een top in Camp David. Het helpt weinig.

De tweede intifada [2000]

Begin 2000 ziet de situatie er als volgt uit. Het gebied waarin de Palestijnen hun beperkte autonomie over een deel van de bevolking mogen uitoefenen bedraagt 60 procent van de Gazastrook en 10 procent van de Westelijke Jordaanoever. Het bevat de acht grootste steden en een groot deel van de Palestijnse bevolking. De soevereiniteit en de uiteindelijke macht blijven echter in handen van Israël.

Er is ook een overgangsgebied, zo'n 450 Palestijnse dorpen, ongeveer 27 procent van de Westelijke Jordaan-oever, waar de Palestijnse Autoriteit mag opereren naast en onder het Israëlisch militair bestuur. En dan is er de grote moot, 64 procent van de Westoever, waar de Palestijnen niets te zeggen hebben en waar Israël rustig verder kolonies bouwt. Het maakt de facto deel uit van Israël, de kolonisten leven er onder de Israëlische wetgeving.

Als we de situatie door een Palestijnse bril bekijken, controleert Israël na bijna tien jaar 'vredesproces' nog altijd 95 procent van heel historisch Palestina (Israël zelf, de Gazastrook en de Westoever). De bijna vijf miljoen Palestijnse vluchtelingen buiten Palestina vallen volledig buiten de onderhandelingen. De tweeënhalf miljoen Palestijnen in de Bezette Gebieden worden met een symbolische autonomie aan het lijntje gehouden, en een miljoen Israëlische Palestijnen blijven tweederangs-burgers. De onderhandelingen hebben dus niets opgeleverd.

Dat is ook de conclusie die de Palestijnen op het terrein trekken: de Al Aqsa-intifada breekt uit. Een nieuwe opstand, ditmaal niet alleen in de Bezette Gebieden, maar ook in de Palestijnse gebieden binnen Israël: er vallen tientallen doden en gewonden in steden binnen Israël zoals Um al Faham, Nazareth, Jaffa, Haifa en in heel Galilea en de Negeb.


De zogenaamde vredesduiven in Israël trekken van leer tegen de Palestijnen. Zoals Simon Peres, Nobelprijs voor de Vrede, die in een televisie-interview op BBC en op de Belgische televisie met valse emotie in zijn stem vroeg: "Waarom vallen zij ons aan, waarom willen zij geen vrede en gooien met stenen, zodat wij wel met raketten moeten terugschieten?"

Peres en de Israëlische socialisten zijn de schijnheiligheid in persoon. Van rechtse zionisten (de Likoud-partij) verwacht iedereen een harde politiek. Van 'links' (Labour, de Arbeiderspartij) verwachten velen nog altijd alle heil voor het vredesproces. Daarbij vergeten zij dat het de Labour-zionisten waren die in 1936-'39 mee de Palestijnse onafhankelijkheidsstrijd hebben neergeslagen, dat zij de staat Israël hebben uitgeroepen, dat zij de Palestijnen hebben verdreven in 1948 en in 1967. De Labour-zionisten zijn verantwoordelijk voor de bezetting en voor de kolonisatie. Zij maken het 'vredesproces' tot een klucht, want zij herleiden het tot onderhandelen en ondertussen verder koloniseren en onderdrukken. De Palestijnen hebben nog een lange, harde weg van strijd te gaan.

Het vredesproces is na Camp David onder Sharon verworden tot een de facto herbezetting van de Westoever waaarbij de Palestijnen quasi permanent opgesloten zitten in 227 kleine gebiedjes waarin alle politieke, sociale en economische activiteit onmogelijk wordt gemaakt. Dit leidt tot grote miserie: 60 tot 80 procent werkloosheid en de wanhoop waaruit de zelfmoordoperaties ontstaan. Het is vooral vanaf de tweede intifada en de uithongering van de Palestijnen in hun 'autonome' gebiedjes dat de zelfmoordoperaties het bijna enige strijdmiddel geworden zijn.


Bron: http://www.solidaire.org/international

dinsdag 29 januari 2008

Draag uw steentje bij! Teken de petitie nu!
















Petitie Palestijnse Gemeenschap in Nederland

De Vereniging Palestijnse Gemeenschap in Nederland organiseert een petitie tegen de Israelische staatsterreur.

Onderteken de petitie op: Klik hier!

Oproep aan de politieke partijen: stop Israëlische staatsterreur. De situatie in de door Israël bezette delen van Palestina is uitgelopen op een desastreuze en mensonterende schending van rechten, levens, en bestaansmiddelen. Deze is het directe gevolg van maatregelen, die door de Israëlische bezetter zijn ingesteld, zoals voortgaande afsluitingen van het gebied voor verkeer, voedsel en medicijnen. Hiermee is Israël in grove overtreding van de Vierde Conventie van Genève. Ondertussen ontbreekt het deze nucleaire grootmacht aan politieke tegendruk, en krijgt Israël vrij spel in haar agressieve militaristische beleid.Deze petitie haakt in op de oproep van het ICRC (Internationale Rode Kruis) tot politieke actie, in het recent verschenen 'Dignity Denied'.

Het is voor het eerst dat het Rode Kruis, een principieel neutrale organisatie, in een conflict oproept tot politieke actie. Dit zegt zeker iets over de ernst van de situatie.Israël schrijft op gruwelijke wijze geschiedenis, door in de grootste openluchtgevangenissen ooit, waarin hele dorpen en gemeenschappen op alle terreinen in hun vrijheid beperkt worden, op mensonterende wijze de bevolking aan grootschalige onderdrukking, uithongering en intimidatie te onderwerpen.Dit antwoord via een petitie, op de oproep van het Rode Kruis, zou niet nodig moeten zijn!

Met name de linkse politieke partijen in Nederland, zoals SP, Groen Links, PvdA en D66 hadden allang tot actie moeten overgaan, in overeenstemming met hun eigen principes. Ook zouden ze, door actie te ondernemen, kunnen laten zien dat hun eerder gedane uitlatingen in solidariteit met de Palestijnen meer waren dan loze kreten om stemmen te winnen. Het feit, dat het zover heeft moeten komen, dat een neutrale organisatie hen moet aansporen iets te doen, spreekt hierin boekdelen.

De mogelijkheden om tegen het wangedrag van Israël op te treden zijn legio. De reden voor het uitblijven hiervan is onder andere dat er door de politieke partijen onvoldoende op wordt aangedrongen. Een economische boycot zou in ieder geval helpen Israël tot de orde te roepen. De ondertekenaars van deze petitie scharen zich achter de oproep van het Rode Kruis. Wij eisen van alle politieke partijen, ook de rechtse, dat ze consequent zijn in hun standpunten, en zich dus ook op zichtbare wijze verzetten tegen mensenrechtenschendingen. Er mag geen uitzondering worden gemaakt als deze worden gepleegd door een regime, dat door het huidige kabinet als 'bevriende natie' bestempeld wordt. Stop de Israelische staatsterreur!

Vereniging van de Palestijnse Gemeenschap in Nederland (PGN)
Postbus 63106
3002 JC Rotterdam
Giro: 6809477
KvK: 24305109

Aanvullende Documentatie:

Dignity Denied (Rapport Rode Kruis) Klik hier!

maandag 28 januari 2008

De belangrijkste feiten in een tijdbalk

























Geschiedenis van Palestina

1897 Een Europese joodse politieke beweging, de zionistische beweging, probeert al enige jaren een land te vinden waar joden een staat kunnen stichten. De zionistische conferentie van 1897 besluit dat men zo’n staat in Palestina wil vestigen. Palestina hoort dan net als het grootste gedeelte van het Midden-Oosten bij het Turkse Rijk.

1917 In de Balfour-verklaring belooft de Britse regering aan de zionistische beweging dat joden in Palestina een een “nationaal tehuis” zullen krijgen. Waarbij de politieke en religieuze rechten van de bestaande niet joodse bevolking behouden zouden moeten blijven. (op dat moment was maar 5% van de bevolking van Palestina joods, de rest bestond uit Palestijnse Arabieren)

1918 Na de ondergang van het Turkse Rijk bezet Groot-Brittannië Palestina. Van 1918 tot 1948 bevordert het de emigratie van joden vanuit Europa en de VS naar Palestina. Groot-Brittannië onderdrukt verscheidene Palestijnse opstanden tegen het Britse bewind.

1948 Na een groot aantal terroristische aanslagen die gepleegd worden door zionistische milities, verlaat Groot-Brittannië Palestina. De regering in Londen vraagt de Verenigde Naties een oplossing te zoeken. De Verenigde Naties stellen vervolgens voor om 55% van Palestina aan de op te richten staat Israel te geven. Op dat moment was maar één derde van de Palestijnse bevolking joods, en 6% van de grond in joods bezit. Het plan wordt dan ook niet geaccepteerd door de Palestijnse bevolking.

1948-1948 Israel doodt tijdens de Nakba –de catastrofe- 13.000 Palestijnen en verjaagt 750.000 Palestijnen uit hun steden en dorpen. Israel verovert 78% van het oorspronkelijke Palestina. Afstammelingen van de mensen die toen verdreven werden wonen tot op de dag van vandaag in ongeveer 100 vluchtelingenkampen in Libanon, Syrië, Jordanië, de westelijke jordaanoever en de Gazastrook. Anderen zijn tot op de dag van vandaag tweederangsburgers in Israel. VN resolutie 194 roept Israel op deze vluchtelingen te laten terugkeren. Israel geeft aan deze resolutie geen uitvoering. Meer dan 400 Palestijnse dorpen worden na de verdrijving van de oorspronkelijke bewoners door Israel met de grond gelijk gemaakt. Op veel van die dorpen worden bossen geplant. Nederlandse schoolkinderen die in de jaren vijftig geld voor dat soort bossen inzamelden, kregen te horen dat de zionisten de lege woestijn tot bloei hadden gebracht.

1967 Israel bezet tijdens de Juni-oorlog de Westelijke Jordaanoever, West-Jeruzalem en de Gazastrook. (de huidige bezette gebieden). Ook Golanhoogte wordt ingelijfd. VN resolutie 242 roept Israel op zich uit deze gebieden terug te trekken. Israel doet dat niet en organiseert ene steeds gewelddadigere en wredere bezettingsregime in de Gazastrook en op de Westelijke Jordaanoever. Oost Jeruzalem wordt na de Juni-oorlog een deel van Israel. De Palestijnen die daar wonen krijgen de Israelische nationaliteit, maar zijn als niet joden in Israel wel tweederangsburgers.

1987 De Palestijnen in de bezette gebieden komen in opstand tijdens de eerste Intifadah (Opstand) die opkomt voor zelfbeschikking en een onafhankelijke Palestijnse staat.

1993-1995 Begin van het vredesproces. De zogenaamde Oslo-accoorden voorzien in een gefaseerde terugtrekking van de Israelische troepen uit een klein gedeelte van de bezette gebieden. In een gedeelte van de bezette gebieden krijgen de Palestijnen een zeer beperkte vorm van zelfbestuur. Maar tijdens het vredesproces gaat de bouw van Israelische nederzettingen in de bezette gebieden gewoon door. Zo woonden er in het jaar 2000 ongeveer 350.000 Israelische kolonisten in de bezette gebieden.

2000 Israel gaat door Palestijnse grond en huizen in beslag te nemen om er joodse nederzettingen op te bouwen. Elk verzet daartegen van de kant van Palestijnse burgers wordt wreed onderdrukt. Als reactie hierop begint de Tweede Intifadah. Duizenden Palestijnen worden gedood als ze zich verzetten tegen het gigantische en technisch goed uitgeruste Israelische leger.

2002 De Arabische regeringen verklaren op de conferentie van Beiroet dat ze bereid zijn Israel te erkennen binnen de grenzen die het had voor de Juni-oorlog. Israel negeert dit aanbod en valt alle Palestijnse steden die volgens de Oslo akkoorden zelfbestuur hadden –behalve Jericho- opnieuw binnen. Israel begint bovendien met de bouw van de Muur, die de Palestijnen in de bezette gebieden moet scheiden van de staat Israel. De Muur staat grotendeels op grond die eigendom is van Palestijnen en die voor dat doel onteigend wordt. Palestijnse akkers die aan de Israelische kant van de muur liggen zijn voor boeren ook bijna niet meer toegankelijk. Opnieuw wordt er dus land afgepakt van de Palestijnen.

2005 Israel haalt 8000 kolonisten terug uit de Gazastrook (in het gebied wonen 1,4 miljoen Palestijnen) maar vestigt tegelijkertijd 30.000 nieuwe kolonisten op de Westelijke Jordaanoever. Normaal verkeer naar de Gazastrook over land, over de zee of door de lucht wordt tegelijkertijd bijna volledig onmogelijk gemaakt en is afhankelijk van Israelische toestemming.

2006 Democratische verkiezingen in de bezette gebieden maken Hamas tot de grootste partij in het Palestijnse parlement. De EU en de VS zetten direct sancties tegen de nieuwe Palestijnse regering in werking.

2007 Hamas en Fatah –de partij van de Palestijnse president Abbas- vormen een coalitieregering. Als door de Verenigde Staten en Israel gesteunde Fatah milities in Gaza zich niet willen onderwerpen aan die nieuw regering breekt een Palestijnse burgeroorlog uit. Hamas wint die oorlog in Gaza. De Fatahpartij van president Abbas vormt een nieuwe regering op de Westelijke Jordaanoever.

Veel mensen denken dat het bereiken van vrede tussen Israeli’s en Palestijnen al moeilijk genoeg is. En dat we daarom maar niet moeten beginnen over een rechtvaardige oplossing. Terwijl het natuurlijk precies omgekeerd is, vrede kan er alleen maar als er ook rechtvaardigheid is.

En hoe gaat het nu?

Omdat de Palestijnen in 2006 een parlement kozen waarvan de samenstelling de Amerikaanse, de Europese en de Israelische regeringen niet zinde, werden ze het slachtoffer van sancties. Diplomatie heeft zo plaatsgemaakt voor pogingen de Palestijnen te dwingen een vredesakkoord te ondertekenen waarin ze al hun rechten zullen opgeven. Zolang ze niet stemmen op een “redelijke Palestijnse leider” die daarin toestemt, worden de Palestijnen gestraft.

Er zijn nu ongeveer 230 nederzettingen op de westelijke jordaanoever en Oost-Jeruzalem. In die nederzettingen wonen in totaal bijna 500.000 kolonisten. Die nederzettingen zijn met elkaar en met Israel zelf verbonden door een netwerk van wegen die alleen toegankelijk zijn voor Israeli’s. Over de hele westelijke jordaanoever verspreid liggen honderden checkpoints en andere barrières. Voor Palestijnen is het dus steeds moeilijker geworden om naar hun werk, naar school of naar een medische voorziening te gaan. Het is steeds moeilijker om in een ander dorp op bezoek te gaan.

Israel krijgt ondertussen steeds meer controle op de schaarse waterbronnen op de westelijke jordaanoever. Veel Palestijnen mogen als een gunst water terugkopen uit bronnen die vroeger van hunzelf waren, maar tegenwoordig eigendom van de kolonisten zijn. Palestijnse huizen worden gesloopt en duizenden olijfbomen en andere fruitbomen zijn omgehakt. Soms om plaats te maken voor de Muur, soms als een vorm van collectieve straf.

De Palestijnen worden steeds meer opgesloten raken in vijf grote ghetto’s op de westelijke jordaanoever. Ook de Gazastrook is één groot getto. Het is duidelijk dat deze ghetto’s nooit een levensvatbare Palestijnse staat kunnen vormen.

Kan het anders?

Als de Palestijnen zich vrij zouden kunnen ontwikkelen zou het gebied één van de welvarendste gebieden van het Midden-Oosten kunnen zijn. Ze zouden dan ook niet afhankelijk zijn van de humanitaire hulp waarvan ze nu moeten leven. De Palestijnen zouden in een vruchtbaar landbouwland dat jaarlijks grote aantallen pelgrims en toeristen ontvangt- een levenstandaard genieten die in de buurt van die van Malta of Cyprus zou liggen. Inplaats daarvan zijn ze nu een gemarginaliseerde minderheid in eigen land. En telkens als ze duidelijk maken dat ze zich daar niet bij neerleggen, krijgen ze ook nog het verwijt dat ze geen vrede willen.

Alle vredesvoorstellen van de afgelopen jaren gaan er vanuit dat de Palestijnen hun ondergeschikte positie in de staat Israel zullen moeten accepteren. Dat de afstammelingen van de in 1948 en 1949 verdreven Palestijnen nooit meer terug zullen mogen keren naar Palestina.

Veel mensen denken dat het bereiken van vrede tussen Israeli’s en Palestijnen al moeilijk genoeg is. En dat we daarom maar niet moeten beginnen over een rechtvaardige oplossing. Terwijl het natuurlijk precies omgekeerd is, vrede kan er alleen maar als er ook rechtvaardigheid is.

Het Nederland Palestina Komitee vindt dat het ideaal van een verdeling van Palestina in twee staten –één voor de joden en één voorde Palestijnen- nooit erg realistisch was. Bijna vijftien jaar na het afsluiten van de Oslo-accoorden zijn er zoveel kolonisten in de bezette gebieden komen wonen, dat de gebieden waar Palestijnen nu de meerderheid vormen, te klein en te geïsoleerd van elkaar zijn om nog een levensvatbare staat te vormen. Maar Palestijnen vormen nog steeds een substantiële minderheid in heel Palestina, dat is Israel binnen de Grenzen van 1967, Oostelijk Jeruzalem, de westelijke jordaanoever en de Gazastrook. Een groeiende groep Palestijnen pleit dan ook voor één staat voor twee volken waar alle bewoners gelijke rechten hebben. Israel zal dan geen Joodse staat zijn, net zoals in alle andere democratieën zullen mensen dan gelijke rechten hebben, onafhankelijk van hun godsdienst. Alle bewoners van die staat en alle afstammelingen van de vluchtelingen moeten een paspoort van die nieuwe staat krijgen. De miljarden die door Europa en de Verenigde Staten gestoken worden inde opbouw van het Israelische leger kunnen gestoken worden in de opbouw van het land.

Bron: Het Nederland Palestina Komitee (NPK)

zondag 27 januari 2008

De mensonterende omstandigheden in Gaza
























DE CRISIS IN GAZA


Het is de grootste humanitaire crisis in onze moderne geschiedenis die willens en wetens door de internationale gemeenschap in stand wordt gehouden. Een bevolking van 1,4 miljoen wordt gegijzeld en verhongerd omwille de machthebbers van Israël. Ik doel hier op de crisis in Gazastrook. Het is zo surreëel en bizar dat het moeilijk te bevatten is voor de gewone man/vrouw.

Men is in het Westen constant bezig om druk uit te oefenen op corrupte regimes in Afrika om te zorgen dat hulpgoederen veilig aankomen in de crisisregio's. Men creëert zelfs crisisgebieden zoals in Darfur en oefent onder valse voorwendels druk uit op de machthebbers in Khartoum. Ondertussen verhongeren Palestijnen onder het toeziend oog van ons allen in de Gazastrook. Wil men daarmee Israël steunen op de onderhandelingstafel met
Fatahisten?

Er zijn tot nu toe nooit echte onderhandelingen geweest met de Palestijnen maar altijd met zogenaamde vertegenwoordigers van de Palestijnse bevolking. De fatah-beweging werd pas toegelaten tot de onderhandlingen nadat de Israëlieten er zeker van waren dat de Fatah-gelederen volledig geïnfiltreerd waren. Maar achteraf bleek dat toch een Israëlische misser te zijn geweest want Arafat bleek toch niet zo meegaand te zijn als men hoopte. Dat heeft Arafat duur moeten bekopen.

Het is een zeer vreemde opzet. Terwijl men spreekt over vrede in het Midden-Oosten en de twee staten-oplossing worden alle zeilen bijgezet om de Palestijnen te doen neerbuigen voor Israël. De wil om tot een eerlijke oplossing te komen bij de Israëlieten en hun bondgenoten is volkomen afwezig. Het is een duidelijke uitputtingsslag en de vooropgestelde verliezer is al vastgesteld: HET PALESTIJNSE VOLK.

Het Westen is getuige van de scheve verhoudingen in dit voortslepende conflict. Maar desondanks heerst er grote apathie onder de Westerlingen. Ik ontken niet dat er vele NGO's en mensenrechtenactivisten in de weer zijn om de Palestijnen humanitair bij te staan. Maar ik mis echte empathie en betrokkenheid bij bijvoorbeeld de doorsnee Europeaan. Komt dat wellicht door de subjectieve berichtgeving in de media? Of door de tergende onverschilligheid bij de politici en wereldleiders?

Hoe het ook moge zijn, de realiteit op de grond in Gaza spreekt voor zich. Israël gaat iedere dag vrolijk verder met het elimineren van alle vormen van verzet tegen de occupatie. De VS geven constant groenlicht voor deze geïnstitutionaliseerde moordpraktijken. De VN spreken zich schromend uit en staan besluitloos toe te kijken hoe Israël alle VN-besluiten aan haar laars lapt. De lidstaten van de EU gaan hypocriet en onbeschaamd door met hun struisvogelpolitiek.

Deze macabere strategie is niet nieuw maar inherent aan de stichting van de staat Israël. Het is diefstal en landonteigening op klaarlichte daglicht en onder de ogen van de hele wereld gevolgd door vele decennia van verdeel en heers politiek en geprogrammeerde moordacties en genocide. Deze voortdurende holocaust wordt stilzwijgend gedoogd door de "vrije wereld" en soms zelfs goedgepraat door menig politici onder de plooibare dekmantel genaamd "bestrijding van het terrorisme". Naar mijn mening is er hier juist sprake van creëeren of op z'n minst aanwakkeren van het terrorisme.